Na het Angelsaksische succes van True Adventures of the Rolling
Stones, een boek dat uitgroeide tot ‘de Stones bijbel’, mét inbegrip
van piraterij en de overname van talloze verhalen door minder goed
geïnformeerde auteurs, achtte rockauteur-par-excellence Stanley Booth
de tijd rijp voor een opvolger, waarin hij een indringende blik werpt
op de grootste persoonlijkheid van The Greatest Rock ‘n’ Roll Band
on Earth: KEITH RICHARDS!
In zijn boek Keith Richards, de biografie (1992, Poseidon Press,
Nederlandstalige uitgave: De Kern, Baarn) vertelt Victor Bockris zijn
lezers op twee verschillende pagina’s dat Richards geboren werd op
18 en 19 december 1943. De fout werd in latere herdrukken verbeterd.
Voor het welzijn van Keith’s moeder, drieëndertig jaar eerder geboren
als Doris Dupree, valt te hopen dat 18 december 1943 als enige datum
volstaat. |
'Main Offender', Keith's tweede
solo CD met The Winos, verscheen in 1992. tien songs, geschreven
met Steve, Waddy, Charley of Sarah. Naakte rock, met hoorns op slechts
één nummer. Liedjes als 'Words of Wonder' lijken Keith
tegelijk voor te stellen als de gemene rocker en de grappige ouwe
aap -die sigaretten opgooit en ze vangt met zijn mond, alles in
één.
'Als je een instrument wil leren bespelen, slaap dan met het instrument
naast je hoofd, 'zei bluesman Mississippi John Hurt vroeger. Dat
deed Richards, die nacht in 1965 toen hij droomde, wakker werd en
opnam, om terug in slaap te vallen en de riff te vergeten die uitgroeide
tot de meest bekende uit de rockgeschiedenis, gekoppeld aan die
onsterfelijke woorden 'I can't get no satisfaction.'
Stel je voor dat je ontwaakt en ontdekt dat je een song gemaakt
hebt. Stel je voor dat die song het volkslied wordt van je generatie.
Stel je voor dat je vanaf je teenagerjaren leeft in een drukketel
van aanbidding en vervloeking. Stel je voor dat je miljoenen dolars
verdient en bergen drugs slikt terwijl je vrienden en collega's
naast je met bosjes doodvallen.Stel je voor dat je een fortuin uitgeeft
aan rechtszaken. Stel je voor dat je opkomt tegen woeste, door drugs
dolgedraaide Hell's Angels zowel als tegen slecht gehumeurde Britse
magistraten. Stel je voor dat je de gevangenis in vliegt. Stel je
voor dat je eruit komt. Stel je voor dat je niet in staat bent om
je groep - The Greatest Rock 'n' Roll Band in the World - bij elkaar
te houden en opnieuw moet starten wanneer je halfweg veertig bent.
Stel je voor dat je uit heel die verwarring komt met twee volwassen
kinderen, twee jonge, blonde dochters die lijken op je prachtige
vrouw, en een toekomst vol belofte. Een feuilleton vol nipte ontsnappingen
- het leven van Keith Richards.
Een niet al te struise man, één meter negentig; met
ogen de kleur van een Rebel Yell; een rechte neus, bewerkt door
in slaap te vallen op een luidspreker; sluik zwart haar dat grijs
wordt aan de slapen en de neiging vertoont te krullen; korte brede
handen en voeten. Richards spreekt met een mid-Atlantisch accent,
als was hij een P.G. Woodhouse karakter dat een Erskine Caldwell
novelle binnenstapte. Hij draagt een doodskopring, omdat hij de
mijne zag in 1970 en wist dat het 'cool' was, maar zegt dat hij
hem draagt omdat het symbool hem herinnert aan onze sterfelijkheid,
wat beter klinkt. Hij ruikt hetzelfde als steeds, als een man die
wel andere dingen te doen heeft dan in bad te liggen.
|