|
|
De meest
onmisbare Rolling Stone
|
|
Keith Richards prijkte lange
tijd op de dodenljst van artiesten. Maar hij is er nog steeds. En
gelukkig hoef je niet dood te zijn voor er iemand een biografie over
je schrijft.
|
Van de meest beruchte Rolling
Stone is er pas een nieuwe biografie verschenen.
Keith - Het genie naast Mick Jagger werd samengesteld door Stanley
Booth, toevallig of niet, journalist bij het gerenommeerde Amerikaanse
muziekblad Rolling Stone. Zijn eerste ontmoeting met The Rolling Stones
herinnert hij zich nog klaar en duidelijk. In 1968, bij één
van de vele drugsprocessen van de overleden Stone Brian Jones zat
Booth op de eerste rij: 'Alhoewel Mick Jagger de meest beroemde Rolling
Stone was en Brian de meest besproken, leek Keith de meest onmisbare.
Hij was de muzikale leider van de groep en zorgde op één
of andere manier voor het noodzakelijke karakter en de eenheid.' Dat
klinkt misschien vreemd, aangezien Richards er al veel langer dan
vandaag uitziet als een levend lijk.
Berucht is het verhaal van de politie-inval in Keith’s villa Redlands.
Daar was een feestje geweest waar ook Beatle Paul McCartney en zijn
vrouw Linda acte de présence gegeven hadden. Op het moment dat de
politie binnenviel, waren zij net vertrokken. Veel meer dan een blokje
hasj werd er niet aangetroffen, maar dat was genoeg stof voor een
gigantische controverse. Het hele, toen nog oerconservatieve, Engelse
establishment viel over The Rolling Stones heen.
'Wij werden gepakt vanwege onze populariteit,' zegt Keith. ' De drugs
waren maar een uitvlucht. Het echte onderwerp was het effect dat ze
dachten dat wij hadden op de rest van de bevolking.' Popmuziek werd
in die dagen nog gezien als een staatsgevaarlijke aangelegenheid,
een bron van verderf die de hele jeugd in gevaar bracht. Het feit
dat Mick Jaggers vriendin Marianne Faithfull bij de inval naakt werd
aangetroffen, sprak dan ook tot de verbeelding. ' The Stones waren
begonnen als een covergroepje en ook hun eerste paar singles waren
songs van blueshelden als Chuck Berry en Willie Dixon. Na verloop
van tijd kregen Jagger en Richards de opdracht om zelf nummers te
gaan schrijven, wat hen aanvankelijk absoluut niet goed afging. Eén
van hun eerste moeizame pennenvruchten was de ballad As Tears Go By.
Mick en Keith zelf vonden het nummer te slap en besteedden het uit
aan Marianne Faithfull. In haar versie groeide het uit tot een klassieker.
Natuurlijk kwam het later nog dik in orde met de schrijfkwaliteiten
van het duo Jagger & Richards. |
* * *
|
De man die ‘Keith - Het genie
naast Mick Jagger’ in het Nederlands vertaalde, is niet de eerste
de beste. Marc Hendrickx maakte eerder een Elvisbiografie, enig in
zijn genre in Vlaanderen. 'Stanley Booth is een intimus van de Rolling
Stones,' vertelt hij. 'Hij ontmoette ze voor het eerst bij die rechtszaak
in ‘68 en heeft daarna het hele avontuur van dichtbij meegemaakt.
Doordat hij zijn materiaal putte uit de interviews die hij met Keith
had, is het boek bijna een autobiografie geworden, een soort Ome Keith
vertelt. Waarom ik dit boek heb vertaald? Ik ben een grote muziekfan
en ga vooral voor authenticiteit. En dan is Keith een voor de hand
liggende figuur; in tegenstelling tot veel andere rocksterren verschuilt
hij zich niet achter een imago. Natuurlijk heeft Keith ook een imago,
maar hij is daar wel heel consequent in. Als hij iets niet weet, dan
zegt hij dat ook. Bijvoorbeeld in de affaire met Anita Pallenberg,
zijn eerste vrouw, die hij heeft afgepakt van Brian Jones in een periode
dat er veel herrie was in de groep. Hij zegt zelf dat hij nog altijd
niet weet of hij weer bevriend is geworden met Brian om de groep te
redden of om bij Anita te geraken. Dat vind ik verfrissend.' Keith
- Het genie naast Mick Jagger, Stanley Booth, vertaling Marc Hendrickx,
218 blz., 795 fr. (Uitgeverij MBP) |
Tom Vandyck
-TELEPRO
|
|
Booth, Stanley
Keith: Het genie naast Mick Jagger 1 Stanley Booth [vert. door Marc
Hendrickx - Wijnegem MBP, 1996. -224 p. ISBN: 90 70875225
|
Keith Richards, de ultieme
overlevende van het rock ’n’ roll circus, wiens uiterlijk soms omschreven
wordt als dat van een niet-verrezen Christus, wordt in deze uitgave
subliem in beeld gebracht. Auteur Stanley Booth leefde en werkte met
Keith en de Stones van 1968 tot nu. Dit boek is een relaas van de
grote triomfen maar ook van de ontreddering die ‘a life in the spotlight’
met zich mee kan brengen. Je zou het leven van Keith Richards kunnen
omschrijven als een feuilleton vol nipte ontsnappingen. Hoewel Keith
in het boek centraal staat, leer je ook de andere Stones beter kennen.
Terwijl Mick altijd wel de beroemdste was en is, Brian de meest besprokene,
lijkt Keith de meest onmisbare. Mick was er alleen ook wel doorgeraakt,
maar het is de vraag of de anderen ooit zonder Keith en Mick hadden
willen samenwerken. Keith, ontegensprekelijk de muzikale leider van
de groep, zorgde op een of andere manier voor het noodzakelijke karakter
en de eenheid. Hij is ook de enige die niet behoort tot de middenklasse
en iemand die het moet hebben van zijn overtuiging. Keith is de geboren
rebel pur sang, maar dan wel één met gevoel voor humor.
Over het ontstaan van het nummer Satisfaction en wat dat voor hem
betekende zei hij: 'Door die song kwam ik erachter dat ik snurk'.
Richards was midden in de nacht wakker geworden in een hotelkamer
met een ‘riff' in zijn hoofd waarover hij pas had gedroomd. Toen hij
de volgende ochtend het lampje van de cassetterecorder, die altijd
naast zijn bed stond, zag flikkeren, ontdekte hij tot zijn verbazing
dat het 30 seconden Satisfaction en zestig minuten gesnurk bevatte.
Typisch Keith Richards is ook zijn citaat over Engeland: 'Het enige
wat de Engelsen ooit voor mij deden, was mij het land uitgooien zodat
ik tussen andere mensen moest gaan wonen, wilde ik de groep bij elkaar
kunnen houden. Ik ben ze sindsdien eeuwig dankbaar. Als ik terugga
om er te wonen, is het in Buckingham Palace. Het is niet wat je doet,
maar hoe je het doet!’ Keith Het genie naast Mick Jagger is een uitzonderlijk
boek, dat heel vlot leest, maar nog belangrijker vind ik is dat het
eerlijk en geloofwaardig overkomt. Een prima boek ook voor niet-rockadepten.
|
Eddie Van den
Bergh
Vrijzinnige Lezer - Juni '97
|
|
|
Nederlandse
Bibliotheekdienst
|
|
|
|