Laat ik dit boek maar meteen
openen met de bekentenis dat ik mijn twijfels had voor ik dit werk
aanvatte. Er zijn tenslotte al zoveel idealisten een al te radicale
weg opgegaan, verblind door hun ideaal. Maar intuitief voelde ik aan
dat ik met Gaia en meer bepaald met Michel Vandenbosch, de stuwende
kracht achter de beweging, juist zat. Het prille begin van mijn research
toonde al snel mijn gelijk. De gruwelvideo’s, al is deze omschrijving
niet echt gepast, waren oogopeners. Spontaan welden gelijkaardige
beelden in mij op van mensen die dergelijke mishandelingen en vormen
van uitbuiting toepassen op andere levende wezens, op medemensen.
Reden waarom we voor dat soort daden een term hebben bedacht als ‘genocide’,
volkerenmoord. Nu een actiegroep eenzelfde gedrag ten overstaan van
weerloze dieren aanklaagt, verwijt men ze fanatisme. Het volk wil
aan het einde van de twintigste eeuw blijkbaar nog altijd brood en
spelen, alleen sluit men in deze tijd ‘beschaafd’ de ogen voor het
lijden, en heeft het pijnlijkste gedeelte van het schouwspel meestal
discreet plaats, ergens in de catacomben van de arena... Zoals aangestipt,
is de term ‘gruwelvideo’ overigens niet helemaal correct met betrekking
tot de door Gaia verstrekte beelden. Onder die benaming rangschikt
de kijker immers fictieve producties met een gruwelkarakter. Helaas,
déze beelden tonen de realiteit, een bikkelharde realiteit. Of daar
ooit verandering in komt, en welke rol Gaia in dat proces denkt te
kunnen spelen, dat is de kern van dit boek, de reden van zijn bestaan.
Het beoogt niet een academisch werkstuk te zijn, noch een pamflet
dat het van slogans moet hebben. Wel is het mijn bedoeling helder,
afstandelijk en waar nodig verklarend te berichten over een unieke
Belgische organisatie, die binnen het kader van een internationale
beweging opkomt voor een diervriendelijke en geweldloze maatschappij.
|
We kennen de beelden uit onze
eigen jeugd, en onze kinderen zien ze nu op hun beurt in Plons,
de gekke kikker en op honderd-en-één verpakkingen:
het rustieke boerenbedrijf, oase van vrede en rust. Te midden van
onze dolgedraaide stadsmentaliteit een plek waar varkens luieren
in de modder, kippen rondscharrelen op het erf en kalveren samen
met hun moeders grazen op schaduwrijke weilanden.
Wat de jongeren heel wat minder nadrukkelijk wordt getoond, is dat
deze voorstelling van feiten even achterhaald is als de Anton Pieck-achtige
kerstkaarten die ons elk jaar weer herinneren aan kleinschalige
stadjes vol warmte, waar van auto’s, graffiti of agressieve reclameboodschappen
geen sprake is. Tegenwoordig is vrijwel de hele productie van de
varkens-, pluimvee- en kalverhouderij en de helft van de melk en
het rood vlees afkomstig van dieren die in gigantische bedrijven
maximaal moeten renderen. In de intensieve veeteelt worden beesten
in kooien en boxen gestouwd, naast en boven elkaar gestapeld als
kratten in het ruim van een schip. Hier is geen sprake van weilanden,
beekjes of seizoenen. Zelfs niet van dag of nacht.
Het industriële boerenbedrijf van vandaag is een type-voorbeeld
van de wetenschappelijke vooruitgang in deze eeuw, waarbij veel
geld en energie gespendeerd wordt aan het versnellen en rendabeler
maken van een eenvoudig en natuurlijk proces. Een aanpassing die
de weerstand van de dieren aantast en hen vatbaarder maakt voor
ziekten, die zich in de propvolle gebouwen makkelijk uitbreiden.
Om dat tegen te gaan volgen dieren, medewerkers én bezoekers uitsluitend
een éénrichtingsverkeer van gebouw tot gebouw. Dierenartsen adviseren
‘gezondheidsschema’s’, met de toediening van sulfa-preparaten, antibiotica,
vitaminen en andere medicatie tijdens het productieproces. Ook wordt
gul gebruik gemaakt van pesticiden om mijten, teken, vlooien en
andere insecten die in de omgeving van opeengepakte dieren te vinden
zijn, te verdelgen. Na elke mestronde wordt de hele omgeving bovendien
met een heel arsenaal aan middelen gesteriliseerd.
Is de industriële boer een goed manager, dan zal hij trachten alles
zo goed mogelijk onder controle te houden: temperatuur, vochtigheidsgraad,
verlichting, ventilatie, tocht, stof, stank, lawaai, vechtpartijen,
afvalverwijdering, voer- en watervoorziening. Kortom, alles wat
met de dieren te maken heeft. Maar met honderden tot duizenden dieren
in één hangar zal de gezondheid van een aantal dieren hoe dan ook
te wensen overlaten, terwijl de oorzaak daarvan moeilijk te achterhalen
valt. Om deze reden, en omdat massaproductie een individuele behandeling
van dieren niet toelaat, gaat de bedrijfsleider er stevig tegenaan.
Zodra hij ziektesymptomen ontwaart, wordt ingegrepen. Dat het één
en ander leidt tot steeds sterkere geneesmiddelencocktails, is evident.
Een aanpak die immuniteitsverschijnselen in de hand werkt en steeds
meer sporen achterlaat in het eindproduct.
Centraal in dit gebeuren staat
het varken, zeker in ons land. Zelfs de meest verstokte stadsmens
is vertrouwd met de berichtgeving rond de varkenspest, die vooral
de streek rond Wingene met de regelmaat van een klok in het journaal
doet belanden. In 1990 loopt het uit op een drama, met - volgens
officiële cijfers - maar liefst 1 163 870 afgemaakte varkens. Wat
de cijfers niét vertellen, is de manier waarop dit gebeurt: sommige
varkens worden uit de hoogste laadbak van een vrachtwagen getrapt;
andere, wegvluchtende dieren aan een riek gespietst en als levend
vuilnis in de vleesverwerkingsmolen gegooid; één iemand steekt wijs-
en middenvinger door de ogen van een krijsend big en sleept het
dier op die manier voort. Onwaarschijnlijke wreedheden, waaraan
vrachtwagenchauffeurs, personeelsleden van het vilbeluik Animalia
te Denderleeuw en opgevorderde miliciens zich te buiten gaan. Verscheidene
dienstplichtigen duiken liever de ziekenboeg in dan hieraan te moeten
meewerken. Zij worden naar de psychiater doorverwezen. Actievoerders,
onder wie Michel Vandenbosch, blokkeren de ingang van het vilbeluik
om de wantoestanden aan te klagen. Wanneer zij, ter hulp geroepen
door een varkenshouder de ellende aanklagen, levert dat hen een
verschijning op voor de plaatselijke rechtbank. De beulen van Denderleeuw
daarentegen gaan vrijuit.
|